‘Ik heb geen slaap,’ zegt Schaap.
Ook Neushoorn is niet moe. Hij wil niet naar bedje toe.
‘Laten we tikkertje doen. Wie begint?’
‘Hi, hi,’ lacht Schaap. ‘Wie denk je dat er wint?’
Jan wordt bijna negen jaar en hij is bang dat hij dan geen superkracht meer heeft. En dat terwijl de aarde bedreigd wordt door een komeet, de speeltuin gesloten gaat worden en hij een heel nest jonge poesjes moet redden. Hoe moet dat nu?
Superkracht? Jan weet niet of hij die nog wel heeft, en eigenlijk vindt hij dat wel prima. Hoewel... er gebeuren wel vreemde dingen. Er is een onzichtbare inbreker die dure spullen uit winkels steelt. En mevrouw Stromboli doet heel merkwaardig.
De grote vakantie is begonnen. Maar Jan kijkt er niet erg naar uit. Al zijn vrienden gaan weg, behalve hij. Het dak moet worden gerepareerd. Als het regent, is hun huis net een zwembad. Maar Jan heeft geluk.
Mijn neus kriebelt.
Er dreigt iets.
Het hangt als een donderwolk in de lucht.
Mijn neus trilt een beetje.
Dat heb ik altijd als er iets in de lucht zit.
Een nieuw avontuur misschien?
Voetstappen op zolder, spullen die door de kamer zweven en je naam op een beslagen spiegel, geschreven door een onzichtbare hand… En dat allemaal in een oud, verlaten huis tegenover een kerkhof. Bor weet het zeker: het spookt in het oude huis waar hij met zijn vader naartoe is verhuisd.
Stel je voor... je hebt zin in friet maar je hebt geen geld bij je.
Stel je voor... nog voordat je bij het bejaardentehuis bent aangekomen met je klas, heb je al het snoep van je palmpaasstok stiekem opgesnoept.
Stel je voor... je grote broer gaat naar de kermis en jij mag niet mee.
« Vorige pagina | Item 11-20 van de 27 | Volgende pagina » |