Mijn neus kriebelt.
Er dreigt iets.
Het hangt als een donderwolk in de lucht.
Mijn neus trilt een beetje.
Dat heb ik altijd als er iets in de lucht zit.
Een nieuw avontuur misschien?
Vandaag wordt oma heel veel jaar.
Thomas bedenkt een gedicht voor haar.
‘Lang zal ze leven…’
Maar, hé, wat ligt daar?
Wat gaan we nu beleven?
Wat rijmt er op stoep?
Voetstappen op zolder, spullen die door de kamer zweven en je naam op een beslagen spiegel, geschreven door een onzichtbare hand… En dat allemaal in een oud, verlaten huis tegenover een kerkhof. Bor weet het zeker: het spookt in het oude huis waar hij met zijn vader naartoe is verhuisd.
Stel je voor... je hebt zin in friet maar je hebt geen geld bij je.
Stel je voor... nog voordat je bij het bejaardentehuis bent aangekomen met je klas, heb je al het snoep van je palmpaasstok stiekem opgesnoept.
Stel je voor... je grote broer gaat naar de kermis en jij mag niet mee.
Mattias krijgt een uitnodiging van zijn tante Koosje, die hij nog nooit heeft ontmoet. Hij mag in haar hotel aan zee komen logeren. Er is één voorwaarde: hij moet alleen komen. Mattias gaat op reis.
Spelen op een oud piratenschip, op zoek naar een nieuw baasje voor de zeerovershond en een ritje in een echte takelwagen: Fien verzint altijd iets spannends. Al speelt ze soms de baas, haar vrienden Sjoerd en Juliano zijn toch gek op haar.
Zwemmen in kikkerdril, achteruit schaatsen of piraat spelen; met Fien in de buurt hoef je je nooit te vervelen. Door haar grote fantasie verandert een tamme duif in een zeldzame roofvogel en een roestige oude boot in een woest piratenschip.
Mijn neus kriebelt.
Er dreigt iets.
Het hangt als een donderwolk in de lucht.
Mijn neus trilt een beetje.
Dat heb ik altijd als er iets in de lucht zit.
Een nieuw avontuur misschien?
« Vorige pagina | Item 21-30 van de 32 | Volgende pagina » |